Voor angst hoef je niet bang te zijn
Ik kreeg vandaag het bericht dat m’n optreden op 7 augustus in de binnentuin van het Guido Gezellemuseum op het culturele zomerevenement Uitzomerlijk in Brugge – net zoals alle andere activiteiten daar deze maand – wordt geannuleerd. Uitzomerlijk was een initiatief van een aantal culturele spelers in Brugge die de krachten hadden gebundeld om staycationers en andere cultuurliefhebbers deze zomer Corona-proof toch een beetje balsem voor de ziel te geven. Na een uppercut en daaropvolgende knock-out van 4 maanden doken soortgelijke initiatieven de laatste weken in vele steden in vele vormen en gedaantes op.
Zo speelde ik op 20 juli in Gent op Baracita, op wat uiteindelijk het enige optreden van deze zomer zal blijken, binnen (jawel, binnen!) in het ICC, in een zaal waar normaal vlot 1000 man past, maar waar nu een honderdtal moedige of mentaal gestoorde mensen (het hangt er maar vanaf welke roeptoeter je wil geloven) proper gescheiden met mondmaskers in bubbels af en toe eens een refreintje mee neurieden. Zingen was verboden (echt waar, mocht u het niet geloven). De aanblik vanop het podium – zo’n 20 meter verwijderd van de eerste rij – was enigszins bevreemdend en ook het publiek leek niet altijd even goed te weten hoe oprecht blij en vrij ze dit alles mocht beleven, maar geloof me: 100 paar ogen die samen zachtjes la-la-la-la-la-la zoemen vanachter een stukje stof zijn zonder twijfel het beste collectieve vaccin dat er voorlopig te krijgen is. Het verbindt, het raakt, het ontroert, het beweegt, het leeft. Ook met Admiral Freebee hadden Tom (Van Laere) en ik, na eerdere afgelastingen en plannen om nieuw materiaal voor te stellen in maart, toegewerkt naar een aantal duo-shows (met full band geraakt niemand uit de kosten) in augustus, o.a. in Kortrijk en het OLT Rivierenhof in Antwerpen, een amfitheater in openlucht met een capaciteit van 2000 mensen. Zelfs met slechts 200 toeschouwers – waarbij dus elke persoon 10(!) keer zoveel plaats heeft als normaal (dat moet je eens proberen op de Meir) – bleek dat te risicovol.
Ik zal niet beginnen over andere sectoren die “wel een lobby hebben en allerlei dingen mogen” en wij, artiesten en ander creatief gespuis, niet. Voorgaande zin is een handig trucje om dat dan tòch te doen natuurlijk, maar de wijste cinema in Gent, Studio Skoop, is ook zonder 15 minuten napraten uit geldgebrek en pure miserie al 2 maand dicht en zèlfs favoriete schietschijf Brussels Airport had vorige maand 96% minder passagiers, dus blijkbaar is het toch niet zo gezellig in een vliegmasjien. Ik ga ze hier niet verdedigen, maar vergelijken lijkt me irrelevant en te makkelijke munitie voor de tegenstander. Het is turbulent weer voor iedereen.
Toegegeven: ik snap de virologica achter elke beslissing ook niet altijd, maar in plaats van wilde complottheorieën vermoed ik dat dat voornamelijk komt omdat we met z’n allen, de experts aan het roer, toch voor een stukje blindvaren wat mogelijke manieren van besmettingen, superverspreiders, asymptomatische gevallen enzovoort betreft. Dat recente studies bijvoorbeeld aantonen dat het maniakaal ontsmetten van winkelkarretjes wellicht “zinloos” is en dat de WHO niet één gedocumenteerd geval van besmettingen-per-voorwerp kent en dat dat allemaal z’n tijd nodig heeft om dat te onderzoeken, maar dat we ondertussen toch beter het zekere voor het onzekere nemen: ik vind het volkomen begrijpelijk.
Wat ik volstrekt onbegrijpelijk vind is de totale incompetentie van een falende overheid die qua testen en tracen hopeloos in gebreke gebleven is en die de verantwoordelijkheid voor de bestrijding van het virus nu schaamteloos schuilend onder de paraplu van de experts, te laf om zelf de shitstorm te trotseren, met draconische maatregelen in de schoot van de burger werpt. Liefst om-ter-strengst en om-ter-krachtdadigst. Als een veel te dure spits die op de bank zit, invalt, de beslissende penalty opeist, huizenhoog overschiet, de kwalificatie verknalt en dan de hele ploeg verplicht om de volgende vijf maand op strafschoppen te trainen, “want anders gaat het niet lukken hé, mannekes!” In de cultuursector heet zoiets een tragikomedie.
Ik mis nuance. In de politiek, maar ook in de berichtgeving. De toestand is ernstig, maar niet hopeloos. Nuance is nièt verslag uitbrengen van dat ene concert waar de DJ het volk op tafel laat springen of een journalist sturen naar dat ene café waar de supporters mekaar omhelzen om er dan als voetnoot aan toe te voegen dat het “op quasi alle andere plaatsen meestal wel goed verloopt”. Dat is een stoplap voor sensatie, waarbij het woord nooit kan winnen van het beeld dat eraan voorafging. Dat is hopeloos, maar niet ernstig. Nuance is af en toe eens “dat weet ik niet” of “ik was mis” durven zeggen. Orakels bestaan niet. Nuance is strenge maatregelen afkondigen wanneer dat nodig is en er meteen aan toevoegen dat het in eenieders belang is dat al wat niet verboden is vooral mag, zelfs moèt blijven doorgaan. In het allerbeste geval zijn we nog maar halverwege dit - urgh - nieuwe normaal en in temperaturen waar het virus nog veel beter gaat gedijen, wordt het op een dieet van uitsluitend paniek en repressie wel een heel donkere winter.
Soit, ‘t is dat m’n job ervan afhangt en ik het dus wel een beetje moet volgen, maar nu het toch opnieuw voor enkele weken platligt, lees ik maar weer wat meer fictie in plaats van dagelijkse live-updates. Ik kan het iedereen aanbevelen. Max, Mischa en het Tet-offensief. Wat een boek. Het laatste woord is voor schrijver Johan Harstad. Ik krijg het zo treffend niet verwoord:
“Waarom ben je opgehouden met acteren?” vroeg hij. “Ik had hoge verwachtingen van je. Je had het ver kunnen schoppen.”
“Ik weet het niet,” antwoordde ik. “Ik weet niet of dat klopt.”
“Maar je begreep Beckett.”
“Ik was bang, geloof ik,” zei ik.
Hij knikte veelzeggend en trok de ceintuur van zijn jas stevig aan, waardoor hij er een beetje hulpeloos uitzag.
“Angst is niets om bang voor te zijn.”
“Heeft u de acteur gezien die vanavond het Grieks koor speelde?” vroeg ik.
“Ja, maar dat is vrees. Dat is iets heel anders.”